Programma Zuid-Hollands Groen 2020-2034

Kaders

Beleidsmatig kader

Beheer van gebieden en voorzieningen

De  volgende uitgangspunten worden aangehouden bij het structureel regelen van het beheer van gebieden:

  • Beheer en onderhoud van natuurgebieden moeten structureel financieel geregeld zijn voordat nieuwe natuur wordt aangelegd.
  • Beheer en onderhoud van natuur- en recreatiegebieden maken integraal onderdeel uit van de ontwikkeling en inrichting van die gebieden.
  • De provincie heeft geen operationele rol bij het beheer van recreatiegebieden. De provincie is wel op strategisch niveau verantwoordelijk voor het behoud en de realisatie van voldoende recreatiemogelijkheden.

De provincie is betrokken bij het beheer van een groot aantal recreatie- en natuurgebieden. De productenstructuur houdt de beheertaken apart inzichtelijk in taak 1.3.6: Beheer recreatievoorzieningen en taak 1.4.7: Biodiversiteit: Beheer & Onderhoud, waar de kosten voor beheer geprognosticeerd en toegelicht worden.

Financiële rol van de provincie
De provincie is op verschillende manieren betrokken bij het beheer van natuur- en recreatiegebieden. Een belangrijk onderscheid is het onderscheid tussen gebieden met een structurele provinciale financiële betrokkenheid en gebieden die na realisatie worden overgedragen aan derden.

Gebieden met een structurele financiële betrokkenheid
Dit betreft een groot aantal natuur- en recreatiegebieden in Zuid-Holland. Een deel daarvan is ook in provinciaal eigendom. Onderhoud en beheer van deze recreatiegebieden is veelal in handen van Staatsbosbeheer (SBB) op grond van verschillende overeenkomsten. Het betreft de gebieden die (deels) in provinciaal eigendom zijn; Vlietland, Bentwoud, en Balij-Bieslandse Bos.

De lasten voor beheer en onderhoud van natuurgebieden zijn voornamelijk ondergebracht in de Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer Zuid-Holland (SNL). Het stelsel waar deze regelingen onderdeel van uitmaken, is in 2010 in werking getreden en is in nauwe afstemming met de andere provincies ontwikkeld. De ontwikkeling van de jaarlijkse SNL-subsidiebijdrage is onder meer afhankelijk van de voortgang van realisatie van NNN-gebieden en de stijgende kosten voor het beheer.

Via dezelfde subsidieregeling subsidieert de provincie het agrarisch natuurbeheer. Agrarisch natuurbeheer richt zich met name op weide- en akkervogelbeheer buiten het NNN. Per 2016 heeft er een grote wijziging plaatsgevonden op het gebied van het agrarisch natuurbeheer. Subsidie voor agrarisch natuurbeheer wordt vanaf dat moment alleen nog maar verstrekt aan agrarische collectieven in plaats van aan individuele agrariërs.

Gebieden met afgekocht beheer
Zuid-Holland heeft de afgelopen jaren de meeste provinciale recreatiegebieden overgedragen, voornamelijk aan gemeenten en waterschappen. Vanuit het programma Recreatie om de Stad zijn recreatiegebieden door gemeenten en waterschappen ingericht. Na afronding van de inrichting en na instemming van de provincie met het beheerplan ontvangen de gemeenten een eenmalige bijdrage in de beheerlasten. Bij vaststelling van dit bedrag is rekening gehouden met een periode van ten minste dertig jaar (eeuwig durend), in de verwachting dat deze periode lang genoeg is voor de gemeenten om te wennen aan het beheer en eigendom van de gebieden.